Ga naar de inhoud

Draagt het individu of de samenleving de grootste verantwoordelijkheid voor een goed leven - Deel 1: rol van het individu

Foto: het kasteel van Vizille, waar de Franse Revolutie is begonnen. Het liberalisme als gedachtegoed stamt uit de Verlichting: het was een reactie van de burgerij (de toenmalige middenklasse en nieuwe rijken) tegen de aristocratie. Het werd met de Franse Revolutie in onze contreien pas een dominante politieke stroming (bron: Michel Craig)

9 augustus 2020 / leestijd: 14 minuten

Vind jij van jezelf dat je een goed leven leidt? Het leven waarin je de mogelijkheid hebt om te kiezen waaraan je je tijd wil besteden, met wie je je tijd besteedt en dat allemaal zonder al te veel stress? Of denk je dat dit is weggelegd voor de “happy few”? En waarom behoor jij dan niet tot die “happy few”? In deze korte serie artikelen wil ik graag onderzoeken of dat vooral aan het individu te wijten is (het liberale uitgangspunt) of vooral aan de samenleving (het sociale uitgangspunt).

Ik ben ondernemer. Ik nam begin 2016 ontslag bij een bedrijf waar ik al meer dan 7 jaar werkte, omdat ik mijn eigen ding wou doen en omdat de kansen die ik intern zag om mezelf te ontwikkelen me werden ontzegd. Mijn professionele situatie wanneer ik dit schrijf (augustus 2020) ziet er als volgt uit: ik heb een eigen vertaalbureau, Word Atlas, waarin ik management en klantenacquisitie doe terwijl het vertaalwerk wordt uitbesteed, en daarnaast heb ik Translation Business Academy opgericht, een onlineschool waarin ik freelancevertalers help bij het uitbouwen van hun zaak via onlinecursussen en coaching.

Mijn zaak draait goed en ik kan me hoe langer hoe meer concentreren op de activiteiten die ik zelf het liefst doe. Ik krijg dan wel eens te horen dat ik daarmee tot the happy few behoor: werk dat ik graag doe, mijn eigen baas zijn, mijn eigen uren kiezen, en er nog geld mee verdienen ook. Wanneer daarop wordt gewezen, voel ik me altijd wat ongemakkelijk, enerzijds omdat ik niet vind dat ik iets uitzonderlijks heb gedaan, en anderzijds omdat ik dan vaak de indruk heb dat die opmerking gebaseerd is op een aantal foute veronderstellingen.

Ik ben ervan overtuigd dat iedereen met dezelfde ambities en een portie doorzettingsvermogen hetzelfde kan bereiken als ik. Je hebt daar geen IQ van 150 voor nodig (heb ik niet), geen grote pot met geld (had ik al helemaal niet), en (afhankelijk van je sector) ook niet noodzakelijk een diploma hoger onderwijs (goed, dat had ik wel). Toen ik in 2016 begon, wist ik niets over ondernemerschap en ik heb de eerste 2 jaar vooral geëxperimenteerd en fouten gemaakt. Denk alsjeblieft niet dat ik als vlotte verkoper geboren ben of zoiets, want dat is dus echt niet zo. Verkopen is gewoon een vaardigheid die je kan leren. Wat ik wél heb gedaan: ik had kennis van mijn vakgebied en mijn sector die ik kon gebruiken om mijn vertaalbureau uit te bouwen, ik heb cursussen gevolgd over ondernemerschap en genetwerkt met ondernemers wanneer ik merkte dat mijn activiteiten tijdens de eerste 2 jaar mij te weinig succes opleverden, en wanneer ik dan nog met mijn kop tegen de muur knalde, zocht ik hulp.

Soms insinueren mensen dat ik geluk heb gehad. Nu speelt je situatie en toeval wel een bepaalde rol: zo heb ik geen grote gezondheidsklachten, kom ik uit een wat je noemt normaal middenklassegezin en hoef ik me er geen zorgen over te maken of ik wel 3 maaltijden per dag op tafel kan zetten. Maar dat gaat ook op voor de meerderheid van de Belgen, dus op welke manier zou dit een verklaring zijn voor het feit dat the happy few met… eh… so few zijn? Het lijkt me dat die factor van minder belang is voor het resultaat dan de weg die ik heb afgelegd.

De andere opmerking die vaak terugkomt is “ik zou dat niet kunnen”. In mijn ogen wel dus, áls je ervoor kiest.

 

Misschien heb je dit verhaal gelezen en ben je nu geïrriteerd. Misschien denk je “ja maar, jij hebt makkelijk praten want…”. Misschien spoort het je aan om met andere ogen naar je eigen situatie te kijken. Of misschien glimlach je en denk je “hell, yes!”

Dit is het typische ondernemersverhaal. Laten we eens kijken wat we ermee kunnen aanvangen.

Actie of inertie?

 

Als je je ooit afvraagt waarom veel ondernemers liberaal of rechts (conservatief-liberaal) stemmen, dan weet je nu dat dat komt door een onwrikbaar geloof in het kunnen van het individu. Het liberalisme heeft (volgens Wikipedia) als uitgangspunt:

zo veel mogelijk vrijheid van het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. Liberalen streven naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken. Ook streeft het liberalisme naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt.

Het liberale ideaal van vrijheid stelt het individu in staat om zijn eigen leven in handen te nemen, eigen doelen na te streven, zichzelf te ontwikkelen en zelf zijn vorm van succes te bepalen. Hoewel het traditionele liberalisme wel is geëvolueerd en onze OpenVld wel eens beslissingen neemt die lijnrecht tegen klassiek liberalisme ingaan, merk je dat dit ideaalbeeld nog sterk leeft.

Toch is het duidelijk dat er weinig mensen van zichzelf vinden dat ze hun leven volgens dat liberale ideaalbeeld leiden. Het gaat hierbij niet alleen om werk of ondernemerschap, maar in het algemeen over een bepaald doel, een interesse of een passie, en of je dat doel of die interesse al dan niet tracht te verwezenlijken. Misschien wil je graag ooit eens een boek schrijven, of je zou meer tijd willen hebben met je kinderen, of je wil graag een tijdje gaan reizen, of je wil eigenlijk gewoon minder werken. Het punt is dat je keuzes maakt die voor jou goed voelen, waar je tevreden mee bent.

Dat mensen daar niet voor kiezen, kan liggen aan 3 soorten factoren:

  • individuele factoren: angsten, negatieve denkpatronen, mindset
  • de situatie: gezondheidsproblemen, gezinssituatie, financiële problemen, andere prioriteiten die zwaarder doorwegen
  • maatschappelijke factoren: de hoogte van de lonen in verhouding tot de huurprijzen, de veranderende arbeidsmarkt, discriminatie, enz.

 

Over de situatie hebben we soms weinig invloed en over de maatschappelijke factoren wil ik het graag in deel 2 hebben. Dit artikel gaat over de individuele factoren.

De vraag is dus: waarin zit het verschil tussen mensen die ontevreden zijn en geen actie ondernemen en zij die ontevreden zijn en wél actie ondernemen?

Uit mijn gesprekken heb ik de indruk dat er dus veel mensen zijn die het gevoel hebben dat ze vastzitten in hun situatie, maar geen poging doen om de situatie te verbeteren. Nu kan dat aan ernstige oorzaken liggen, zoals trauma’s uit het verleden, acuut geldgebrek, misbruik enz., maar in principe gaat dat om een minderheid. De meerderheid van mensen die ontevreden is en geen actie onderneemt kan gewoon functioneren in de samenleving, maar zit vast in negatieve denkpatronen.

Zo zien mensen bijvoorbeeld soms wel het einddoel, maar niet de weg er naartoe, zoals de man die ervan droomt ooit zijn eigen mediabedrijf te hebben en niet weet waar hij moet beginnen en dus maar vasthoudt aan zijn vast contract (beter bekend als de gouden kooi). Anderen zien hun droom simpelweg als niet realistisch en denken dat het voor “iemand zoals ik” niet is weggelegd.

Dit leidt tot een volgend stokpaardje van ondernemers: mindset. Het zal niet-ondernemers misschien verbazen, maar ondernemers doen massaal aan introspectie en ontwikkeling van zelfkennis. Coaching volgen of boeken lezen over alle verschillende soorten mindset is heel gangbaar, zowel bij mannen als bij vrouwen. Negatieve denkpatronen zijn namelijk een vorm van zelfsabotage. Als je een vaste baan hebt, valt het je misschien niet zo op op welke manieren je jezelf tegenhoudt of bepaalde kansen verknoeit, maar als ondernemer loop je daar echt tegenaan. Het is niet overdreven om te stellen dat als je écht met een aantal foute overtuigingen zit, je zaak daardoor failliet kan gaan.

Je eigen sterktes en zwaktes en cirkelredeneringen leren kennen én ze doorbreken, is dus noodzakelijk om als mens en als ondernemer te groeien. Enkele veel voorkomende voorbeelden:

  • Te veel vasthouden aan onafhankelijkheid en controle: door het per se allemaal zelf te willen doen, ga je trager vooruit en zullen zaken die buiten je expertise liggen niet zo goed in elkaar zitten. Als je toegeeft dat je iets niet kan en daar hulp voor inschakelt, ga je tot betere resultaten komen.
  • Schaarstemindset: geen of weinig geld voor je product of dienst durven vragen, uit angst voor de concurrentie. Zo krijg ik regelmatig een korting aangeboden door freelancers die ik zelf heb gecontacteerd voor een opdracht en waaraan ik simpelweg de prijs had gevraagd. Dat is echt je eigen ruiten ingooien.
  • “Niet goed genoeg”: mensen die hun mond houden hoewel ze jarenlange ervaring en expertise hebben, omdat ze altijd denken dat iemand anders er wel meer over zal weten of dat er altijd nog wel een boek is over het onderwerp dat ze nog niet hebben gelezen.
  • “Nice girl”-mentaliteit: vrouwen die niet durven onderhandelen over bijvoorbeeld hun salaris, omdat ze bang zijn als een bitch te worden gezien.
  • Perfectionisme: de lat voor jezelf enorm hoog leggen en kritisch zijn voor jezelf. Ook al doe je nog zo je best, toch ben je altijd bang dat anderen je werk gaan afkraken en dat je faalt. Naast het negatieve zelfbeeld is dit ook een recept voor burn-out.
  • Slecht risicobeheer: te snel willen gaan en geld uitgeven dat je niet hebt met alle financiële problemen van dien, of net te traag gaan en te klein blijven uit nood aan veiligheid en vertrouwdheid.

 

Deze mindsetproblemen kunnen verband houden met psychologische problemen, zoals faalangst, een minderwaardigheidscomplex hebben, narcisme, enz. In dat geval laat je je beter begeleiden. Bij mildere vormen kan het volstaan je bewust te worden van je beperkende (zelfsaboterende) overtuigingen, zodat je ze kan omdraaien en je er niet meer door laat leiden.

Nu is het zo dat iedereen wel bepaalde beperkende overtuigingen heeft. Die spelen ons dus allemaal wel eens parten. Ligt hierin dan het verschil tussen actie en inertie bij mensen die niet tevreden zijn met hun leven? Nemen zij, binnen de individuele factoren, geen actie omdat hun beperkende overtuigingen in de weg zitten?

Hoe maken we keuzes?

 

Eén van de meest populaire vragen in de filosofie is of de mens beschikt over vrije wil. Ondertussen hebben de filosofen er de concurrentie van de empirische wetenschap bijgekregen: sinds de jaren tachtig wordt wetenschappelijk onderzocht hoe menselijk gedrag onbewust wordt beïnvloed. Enkele voorbeelden (uit het boek “Hoe mensen keuzes maken” van W.L. Tiemeijer):

  • Het irrationele brein: mensen kiezen vaak op basis van een voorkeur, niet op basis van een rationele afweging. Zo kies je misschien een merk confituur op basis van de verpakking en niet door eerst alle merken te proeven om te kijken welk merk nu het best is. Er is dus eerst de gevoelsmatige beslissing, dan pas de rationele argumentatie. Dit hangt ook samen met confirmation bias, waar ik over heb geschreven in mijn artikel “Het eigen grote gelijk”.
  • Het automatische brein: als je versgebakken brood ruikt, krijg je honger. Uit een onderzoek bleek ook dat wanneer mensen woorden of beelden in verband met bejaarden of oud zijn werden getoond, ze automatisch trager gingen bewegen.
  • Het willoze brein: hier komen we tot de kerndiscussie over vrije wil: deterministen stellen dat er een causaal verband is in onze denkprocessen, dat wil zeggen dat onze gedachten en dus onze acties een product zijn van alle factoren waaraan we onderhevig zijn (omgevingsfactoren, eerdere ervaringen, angsten, natuurwetten enz.). Voor sommige wetenschappers lijken de onbewuste processen zoals die in de 2 voorgaande punten daar ook op te wijzen. Toch komt er uit de wetenschappelijke wereld tegenwind tegen een al te fatalistisch beeld: een deel van onze hersenprocessen is inderdaad onbewust om energie en aandacht uit te sparen (zo hoeven we niet na te denken over hoe we ademen of wandelen), maar hebben we ook bewuste processen waarmee we de controle over onszelf en ons gedrag in de hand nemen. Ook blijkt uit onderzoek dat bewuste gedachten gedrag op de lange termijn kunnen wijzigen. Vanuit filosofisch standpunt kan je je dan nog afvragen in welke mate de gedachten waar je aandacht aan besteedt “vrij” zijn of of zij het product zijn van je cultuur, ervaringen, opvoeding enz. Deterministen beweren dat ze slechts een product zijn en dat we dus geen gedachten buiten onze vaste denkkaders kunnen hebben, wat dan wil zeggen dat we geen vrije wil hebben. Compatibilisten erkennen ook de beperking van onze denkkaders, maar benadrukken wel dat je als persoon keuzes maakt binnen het denkkader dat je hebt.
  • Het sociale brein: bepaald gedrag kan ook besmettelijk zijn: iemand ziet graffiti, interpreteert dat als een teken van normloosheid en gooit vuil op straat. Vervolgens ziet een ander dat er afval op straat slingert en dat verlaagt bij hem de drempel om iets te stelen. Omgekeerd blijken meldingen in hotels dat andere kamergasten hun handdoeken hergebruikten meer effect te hebben dan boodschappen zoals “hergebruik uw handdoeken om het milieu te sparen”.

 

Uit het onderzoek kunnen we afleiden dat we vrije wil hebben, maar dat die in bepaalde opzichten wel beperkt is. In de wetenschap spreekt men ook van de duale processen voor informatieverwerking (uit het boek van Tiemeijer):

  • Bij systeem 1 horen processen die onbewust en automatisch verlopen. Deze processen zijn niet erg nauwkeurig en weinig flexibel, maar hebben tot voordeel dat ze snel verlopen en weinig energie kosten. Alle waargenomen stimuli worden altijd op één of andere wijze door dit systeem verwerkt.
  • Bij systeem 2 horen processen die bewust en deliberatief verlopen. Deze processen zijn nauwkeurig en flexibeler, maar verlopen ook traag en kosten relatief veel energie. Systeem 2 verwerkt per definitie alleen die stimuli waaraan bewuste aandacht wordt geschonken.

 

Ons gedrag en onze gedachten worden dus bepaald door een combinatie van systeem 1 (onbewuste processen) en systeem 2 (bewuste processen). Die onbewuste processen zijn gevormd door onze opvoeding, onze cultuur, onze ervaringen, de omstandigheden op dat moment enz. We hebben daar dus weinig invloed op. Je kan je er wel meer bewust van worden: als je je zelfkennis vergroot en aan je mindset werkt, zie je welke ervaringen, angsten of denkpatronen je wereldbeeld hebben bepaald en kan je daar bepaalde elementen in veranderen. Dat is een moeilijk proces, maar het is wel mogelijk. Onze bewuste processen geven ons dan weer de vrijheid om nieuwe ervaringen op te doen, een andere weg in te slaan of van mening te veranderen.

Zo lijkt het er een beetje op dat iedereen een unieke bril met filterglazen op heeft. We kijken allemaal naar de wereld door de bril die we op hebben. Door de filterglazen ga jij bepaalde zaken niet opmerken die ik wel zie of jij gaat naar iets kijken en dat spannend vinden terwijl datzelfde ding op mij bedreigend overkomt. We kiezen wel waaraan we aandacht besteden en waaraan niet. Bijgevolg kijken andere mensen naar de wereld door een andere bril dan jij. Dat verklaart veel van onze meningsverschillen.

Als we dit toepassen op de vraag in welke mate het individu verantwoordelijk is voor een goed leven, dan is het antwoord niet eenduidig. Het verschil tussen actie en inertie zou dan het gevolg zijn van onze filterglazen. Over onze onbewuste processen hebben we per definitie weinig tot geen controle. Toch kunnen we ook bewust het besluit nemen om te werken aan de manier waarop we naar de wereld kijken. Meestal gebeurt dat door mensen die beseffen dat ze tegen bepaalde grenzen aanlopen. Het lijkt me dus dat the happy few met so few zijn omdat de meerderheid zich niet bewust is van hoe hun filterglazen hun wereldbeeld bepalen en er zich dus door laat leiden.

Het enige wat we daartegen kunnen doen, is mensen aanmoedigen om hun zelfkennis te vergroten en zich bewust te worden van hun beperkende overtuigingen, maar of ze daarvoor openstaan, hangt dus weer van hun filterglazen af.

Om die gunstiger af te stemmen, kijken we dan naar de omgeving en de samenleving. Wanneer iemand nieuwe positieve ervaringen opdoet en in optimale omstandigheden terechtkomt om een verandering te omarmen, is de kans groter dat hij/zij dat ook effectief doet. Dit is de wisselwerking tussen de individuele, de omgevings- en de maatschappelijke factoren.

Laten we in deel 2 bekijken hoe de samenleving ertoe kan bijdragen dat mensen positieve en realistische filters in hun bril krijgen.

Bronnen:

W.L. Tiemeijer: “Hoe mensen keuzes maken”: gratis te raadplegen. Je vindt er een overzicht van het wetenschappelijk onderzoek naar de beïnvloeding van gedrag door bv. nudging
 

Meer lezen?

Vond je dit artikel interessant? Deel het dan met je vrienden:

Registreer je
Registreren voor

1 Reactie
Oude eerst
Nieuwe eerst
Inline feedbacks
Zie alle reacties
Anja Nuijten
6 augustus 2023 17:22

Ik blijf zelf verantwoordelijk maar heb soms wel hulp nodig om tot een objectief denkproces te komen. Vandaar mijn nieuwsgierigheid. Heerlijk hoe je dit hebt beschreven. Ik heb diverse ohja belevenissen tijdens het lezen. Dankjewel